Selecteer een pagina

jul 12, 2023 | Columns

GEODRIEHOEKGATE

René

René

Tags:

Deze column verscheen eerder in Trouw op 16 mei 2018.

Het is niet de bedoeling dat ik hier uitgebreid stil sta bij al mijn privé-beslommeringen ­– het is hier geen life-style-column tenslotte ­­–, maar ooit las ik een artikel waarin de productfilosofie van HEMA werd uitgelegd. Kortweg houdt deze in dat elk artikel moet voldoen aan twee van de drie eigenschappen ‘goedkoop’, ‘mooi design’ of ‘kwaliteit’. Zo begreep ik in één klap dat het geen geval van pech was dat ik dat ‘mooie, maar toch goedkope’ broodrooster, dat tosti-ijzer, die gourmetset en die sokken zo snel had moeten toevertrouwen aan de eeuwige jachtvelden van de vuilstortplaats. Nee, het was gewoon een HEMA-ontwerpprincipe.

De HEMA-geodriehoeken, ongetwijfeld goedkoop én mooi, hebben ook al een euvel, bleek dit weekend. De graden tussen zestig en zeventig werden niet goed weergegeven: scheef, en een gradenstreepje te veel. Mijn makker en collega Arjan van der Meij maakte er een mooie online-animatie over.

Ik wil er niet al te emotioneel over worden hier ­– ik ben tenslotte wiskunde-docent en die doen normaal gesproken niet aan dat soort liflafjes –, maar als leraar heb ik in zestien jaar een totale afkeer ontwikkeld voor geodriehoeken. Ja, nee, ik meen het echt. Wat mij betreft verzamelen we alle geodriehoeken vandaag nog en steken we de fik erin.

Ten eerste: Altijd stuk. Doormidden gebroken, de hoeken eraf gesleten, gekauwd of gesabbeld, soms zijn getallen en streepjes vervaagd (‘mama vond er nog een in een la!’). Inmiddels zijn er dan wel flexibele geodriehoeken, die kunnen niet kapot of klasgenoten dodelijk verwonden, maar die zijn dan weer zo soepel dat geen leerling er een rechte lijn mee kan trekken.

En, oh ja, ook zoiets waar niemand over nadenkt voordat-ie voor de klas gaat staan: Als je graden wil aflezen staan er altijd twee getallen, bijv. 50 en 130. En welke is het dan? Statistisch gezien is het onmogelijk om altijd de verkeerde te kiezen. Ja toch? Zou je zeggen. Of als-ie vier gradenstreepjes naast de 60 zit is het dan 64, of 56? Om nog te zwijgen over de gespiegelde liniaal van slechts zeven centimeter. Wie verzint zoiets?

Het grootste probleem van de geodriehoek is voor mij als leraar, kortom, niet alleen dat hij een werktuig van het kwade is, maar dat een geodriehoek alles wil zijn: een hoekenmeter, een liniaal, een winkelhaak, maar dat hij nergens echt goed in is. Dat geodriehoekgate nu juist HEMA moet treffen, de winkel die ook alles wil zijn, en daarom niet echt iets is, moet dan ook meer zijn dan een wonderlijk toeval.

Ik vermoed hier een kosmisch ontwerpprincipe.

René

René